Een prinses die van haar ster viel

door Niels Brummelman | |   Blog

Ze noemt zichzelf een mystica, maar voor datgene waar creatieve duizendpoot Femke Bloem vorm aan probeert te geven bestaat geen woord. ‘Schoonheid’ is een term die misschien nog het best de lading dekt, veel van wat ze doet heeft immers een kunstzinnig karakter. Femke: “Het leven bracht lange tijd uitdagende situaties op mijn pad. Als een soort oester maakte ik vervolgens bijna instinctief parels van mijn verwondingen. Nu ik zelf in een parel getransformeerd ben, schep ik vanuit vrede en rust.” Wie is deze mysterieuze schone, vaandeldraagster van een nieuwe generatie spirituelen?

‘In plaats van Duitse naamvallen zat ik tijdens de les astrologieboeken uit het hoofd te leren’

‘Ergens wist ik dat ik een toren van Babel aan het bouwen was die bij gebrek aan fundering wel instorten móest’

‘De schoonheid die ik creëer is, evenals mijn uiterlijk, niet van mij’

 

Ergens is het maar goed dat de mens bij zijn afdaling in de stof over het algemeen vergeet waar hij vandaan komt. De wetenschap van zijn heerlijke afkomst zou een volledige beleving van zijn bestaan waarschijnlijk ernstig saboteren. Het schijnbare contrast tussen de liefdevolle, warme lichtbron van daar en de beknellende, duistere stofwereld van hier is simpelweg te groot. Toch zijn er mensenkinderen die zich, ook na hun baby- en kleuterjaren, beter dan gemiddeld lijken te realiseren dat er een andere werkelijkheid bestaat. Een werkelijkheid die in plaats van strijd en dualiteit, harmonie en eenheid als basis heeft. Femke Bloem is een van hen. Tot haar eigen vreugde én verdriet. In een gesprek dat ParaVisie met haar had, vertelt ze openhartig over haar moeilijke jeugd en adolescentie én over de dramatische omslag op haar 33e. “Lange tijd heb ik mijn bestaan als enigszins misplaatst ervaren. Het voelde alsof ik als sterrenprinses met een cadeau op aarde kwam waar niemand op zat te wachten. Een bloem die vol vreugde uit het asfalt opgroeit, om vervolgens genadeloos platgewalst te worden.”

Roeping

Het werd al snel ingewikkeld, dat leventje van de sterrenprinses. Ze groeit op met een moeder die op z’n zachtst gezegd wat moeite heeft met de ‘eigenheid’ van dochterlief. Femke: “Mijn moeder is Indisch (= half Indonesisch) en, zoals veel van haar landgenoten, spiritueel gevoelig. Maar bij mij kwam die stille kracht zó sterk naar voren, dat het voor haar waarschijnlijk intimiderend werd. Ondanks mijn moeders bedenkingen, besloot ik al op heel jonge leeftijd dat ik mijn eigen spirituele pad zo compromisloos mogelijk zou blijven bewandelen. Het gevoel van roeping was zo sterk dat ik stiekem in bibliotheken, internet bestond destijds nog niet, informatie over de mystieke levenshandel en -wandel bijeen vergaarde. Thuis stond ik elke morgen vroeg op om mijn spirituele oefeningen te doen of om buiten contact te leggen met natuurwezens. Ik beschikte over een ijzeren discipline, want ik wist: als priesteres ben en blijf je trouw aan je ideaal. Vlees at ik uit principe niet, tv keek ik nauwelijks en drugs waren wat mij betreft helemaal taboe. Waarnemen en mediteren… Álles deed ik om mijn lichaam zo goed mogelijk voor te bereiden op de assimilatie van de te ontvangen lichtkrachten. Op school haalde ik ondertussen schamele zesjes. Niet omdat ik niet beter kon, maar omdat ik op zoek was naar kosmische wetmatigheden. Dat leek me veel zinniger dan al dat malle stampwerk op school. En dus zat ik in plaats van Duitse naamvallen tijdens de les astrologieboeken uit het hoofd te leren. Dat ik als drager van het licht met dergelijk excentriek gedrag spanningen en problemen in het gezin veroorzaakte, nam ik, hoe lastig dat soms ook was, op de koop toe. Ik wist immers dat ik zélf, als ziel, voor deze weg had gekozen. De verantwoordelijkheid lag dus bij mij. Bij mij alleen. En de consequenties? Die moest ik maar dragen.” Een doorsnee puber is rebels. Maar Femke is anders. Dat maakt haar ongrijpbaar voor de buitenwacht, waardoor ergernissen en frustraties zich opstapelen. Haar idealisme, spiritualiteit, eigenwijsheid en zelfdiscipline, gecombineerd met haar uithoudingsvermogen om bij aanhoudende tegenwind koersvast te blijven, zijn als olie op het vuur. En natuurlijk voelt Femke dat: “Ik wist dat er door mijn omgeving aan mijn stoelpoten gezaagd werd. Tegelijkertijd voelde ik dat ik op latere leeftijd van die tegenwerking en negatieve indoctrinatie nog veel last zou kunnen krijgen. Maar wat moest ik anders? Met al mijn herinneringen aan goddelijke eenheid en liefde mijn idealen verloochenen? Nooit!”

Toren van Babel

Femke gedraagt zich anders, ziet er afwijkend uit en geeft, als klap op de vuurpijl, al op jonge leeftijd blijk van grote artistieke begaafdheid. Het komt haar op nog meer pesterijen van de goegemeente te staan. “Maar ik deed gewoon wat mijn hart me ingaf en zag kunst en mystiek als een heilige roeping. En welke redenen waren er op de keper beschouwd om me aan de wereld aan te passen?”, zo zegt ze in retroperspectief. Toch begint haar scherm van jeugdig enthousiasme en energieke onbezonnenheid de eerste barstjes te vertonen. Langzaam maar zeker breken de tegenwerking, de negatieve indoctrinatie en bijgevolg de angsten, twijfels en eenzaamheid Femke toch op. Zéker wanneer haar moeder, de spanningen tenslotte beu, haar hals over kop het huis uit zet. “Ze zei: ‘Ga maar op eigen benen staan, dat wil je toch zo graag?’ En dat terwijl ze, voor mijn gevoel, mijn benen juist onder me weg had geschopt. Een veilige basis heb ik van huis uit dan ook niet meegekregen. Maar daar was ik deels ook zelf debet aan. Al die jaren had ik me immers, door de omstandigheden gedwongen, bijna louter toegelegd op de ontwikkeling van mijn bovenste chakra’s. Ik wist wel dat ik daardoor een soort toren van Babel aan het bouwen was die bij gebrek aan fundering op een gegeven moment wel instorten móest. En dat gebeurde dan ook: toen ik op kamers ging, kon ik nog geen fatsoenlijk potje koken. Ook financiën en werk leverden, net als mijn steeds vaker tegensputterende lijf, probleempjes op. Ondertussen moest ik telkens opnieuw verhuizen. Ik troostte me met de gedachte dat mijn ‘ware thuis’ zich tussen de sterren bevond en dat ik deze plek meedroeg in mijn hart. Maar allengs verloren dergelijke wijsheden hun frisheid en begonnen ze abstracter te klinken. Dankzij mijn hoge energiepeil, gezonde levensstijl en enorme levenswil, had ik het nog lang volgehouden. Maar nu waren de batterijen leeg en was ik moe. Doodmoe.”

Het licht

Het is een universeel principe: hoe langer de waarheid vooruitgeschoven, hoe harder zich deze aan ons opdringt. Femke is 33 als het leven haar dwingt pas op de plaats te maken. Hoe? Door zich bijna helemaal uit haar terug te trekken. Femke: “Hoewel ik als kind al voorschouw had dat ik het op aarde niet lang vol zou gaan houden vanwege mijn afwijkende ‘zijn’, wist ik niet of de voorvoelde omslag een sterven of transformatie inhield. Toegegeven, het verlies aan vermogen om via humor te relativeren, had een rode vlag moeten zijn. En de teleurstelling over het uitblijven van positief effect nadat ik een deel van mijn eigenheid voor het grotere geheel had opgeofferd, eveneens. Maar een buitenbaarmoederlijke zwangerschap, díe had ik niet aan zien komen! Voor ik het wist lag ik bewusteloos op het toilet, langzaam doodbloedend als gevolg van een ontplofte eileider. Het is aan een goede vriendin te danken, die mij vond en me naar het ziekenhuis bracht, dat ik hier nu nog zit. Het voordeel van een leven met pijn is dat je er minder gevoelig voor wordt; je rekt je pijngrens als het ware op. Nadeel is dat je vermogen om acuut fysiek gevaar te registreren, afneemt. Achteraf schaamde ik me er best voor: ik was destijds immers yogadocente die anderen vertelde hoe het contact met eigen lijf en leden te onderhouden. Aan de andere kant: waar ik voorheen de bel had horen luiden zonder te weten waar de klepel hing, had ik laatstgenoemde nu wel gevonden! Enfin, de bijna-doodervaring was op zichzelf allerminst onplezierig. Ze bracht me de wonderlijke ervaring weer volledig samen te smelten met de lichtbron van waaruit al het leven ontspruit, iets waar ik al die tijd zo naar verlangd had. Het fijne gouden licht had ik van geboorte af aan in me gedragen, maar contact ermee was vanwege alle aardse strubbelingen een moeizame affaire geworden. Nu ervoer ik het weer: die intense ervaring van helder weten, de liefde en allesomvattendheid van het licht. Ik herinnerde me heel nadrukkelijk de kracht en impact van perceptie. Ineens kon ik het ook weer innerlijk begrijpen in plaats van alleen in mijn hoofd: het leven manifesteert zichzelf via ons, als wij onszelf daarvoor beschikbaar maken en dienstbaar opstellen tenminste. Ik realiseerde me dat ik helemaal niet beschadigd was vanuit de eenheid gezien. De vertwijfeling was tijdens de donkere nacht van mijn ziel bij tijd en wijle groot geweest. Maar ‘mijn’ Getsemane lag inmiddels achter me. Verlichting en spirituele dageraad, ze waren geen doelen om te behalen, geen beloningen voor goed gedrag. Het zijn diepgaande realisaties en manifestaties waar het brein geen woorden voor heeft. Ik kon het weer in mijzelf beleven als werkelijkheid. Het was niet langer een herinnering, nu was het de realiteit.”

Harpmedium

Femke is 21 als ze tijdens het afronden van haar studie Kunstzinnige Therapie ontdekt dat ze, naast talent voor schilderen en tekenen, aanleg heeft voor het bespelen van de harp. Al kan ‘aanleg’ als een understatement worden beschouwd. Femke: “Van het een op andere moment kon ik vloeiend harp spelen. Ik werd op een ochtend wakker en, hoewel ik nog nooit een harp in handen had gehad, wist ik plots ‘gewoon’ hoe het moest. Toen ik vervolgens daadwerkelijk de harp ter hand nam, overspoelde me een gevoel van herinnering. Alsof ik een lege bokaal was, die op dat moment met oeroude kennis werd gevuld. Kennis uit Mesopotamië en Egypte, waar ik, naar ik vermoed, gedurende eerdere incarnaties de harp bespeeld heb. Dat wat ik doe is deels gebaseerd op herinnering en deels op dat wat me - als harpmedium - door hogere lichtwezens wordt ingefluisterd.” Tegenwoordig geeft Femke harpmeditaties. Het zijn bijzondere ceremoniën. Femke: “Ik maak me beschikbaar voor het oorspronkelijke licht, wat zorgt voor de toestroom van een heel zuivere, genezende, inzicht-gevende energie. Automatisch verspreidt dit veld zich en bereikt iedereen die op dat moment aanwezig is. Er ontstaat een soort sacrale sfeer in de zaal: mensen worden, samen met mij, op dergelijke momenten deel van het mysterie. Het is een prachtig, precair en zuiver proces, waarvoor eigenlijk geen woorden zijn. Aanstekelijk en inspirerend is het ook, want menig bezoeker voelt zich na zo’n sacrale ervaring óók geroepen om te creëren. Om, als onbezoldigde kinderen in een zandbak, gedachteloos vorm te geven aan het vormloze. Met brein of rationaliteit heeft dit alles bijzonder weinig van doen. Het gaat om een diep innerlijk weten en het bewust ervaren van dat wat is, van dat wat zich een weg zoekt naar vorm. Mijn rol als priesteres is het om met harp en zang een omgeving te creëren waarin het magische of het wonder zich manifesteren kan. Waarin de liefde, de vrede en de universele broederschap aller mensen weer doorleefd worden.”

Schoonheid

Volgens de antieke filosoof Plotinus staat schoonheid in zekere zin tussen de abstracte vorm van geestelijke ideeën en de concrete vorm van zintuiglijke waarnemingen. Schoonheid kan volgens hem daarom een brug zijn tussen hemel en aarde. Haar symbolische taal zou de ziel oproepen tot verbinding met het ware en het goede. “Als kunstenaar is het misschien niet mogelijk om het volledige mysterie in vormen te vatten”, zo begint Femke met de uitleg van haar kijk op schoonheid en kunst. Om te vervolgen: “Kunstuitingen zijn daarom op hun best verwijzingen naar het oorspronkelijke, naar het tijdloze en eeuwige. In die zin spreken we in het geval van de menselijke beeldentaal over de schoonheid van het imperfecte. Dat ‘Het’ uiteindelijk niet te vatten is, daar is wat mij betreft niets frustrerends aan. De benadering van het perfecte is immers op zichzelf een heel kunstzinnig en liefdevol iets. Maar laten we nooit vergeten dat de schoonheid niet van ons is. De schoonheid die ik creëer is, evenals mijn uiterlijk, niet van mij. Ze behoren toe aan datgene wat vorm krijgt in mij. Dat besef maakt nederig en zorgt ervoor dat ik mij blijf bekwamen in het ontvankelijk zijn voor de bron van schoonheid en wijsheid. Nogmaals: het gaat niet om mij, maar om het dienstbaar maken van het bewustzijnsdeeltje Femke Bloem aan het aspect van God dat zich onder andere manifesteert als schoonheid. En die schoonheid van God gaat veel verder dan het fysieke alleen. Neem Eckhart Tolle. Oppervlakkig beschouwd wellicht een wat vreemd ogend mannetje. Maar eenieder die in zijn nabijheid heeft vertoefd, getuigt van de schoonheid van God ín hem. Letterlijk en figuurlijk een lichtend voorbeeld, óók voor mij.” Sommigen beschouwen haar als boegbeeld van een nieuwe generatie spirituelen. Hoe kijkt de in Nieuwleusen woonachtige Femke daar zelf tegenaan? Na een lichte aarzeling volgt een resoluut antwoord: “Ik wil altijd graag uitgaan van gelijkheid en ervaar mijn medemensen als ‘broeders en zusters’. Wat voor mij mogelijk is, moet mogelijk zijn voor iedereen. Maar oké, misschien heeft de Bron mij wel van het soort materiaal gemaakt dat als een lichtende ster in de donkere nacht een baken vormt voor anderen. Opdat anderen zich hun eigen licht ook mogen herinneren. Ik heb het vaak over ‘Numen’, het Latijnse woord voor het goddelijke. Het manifesteert zich het duidelijkst op twee manieren: via een naar binnen gekeerde verstilling en een naar buiten gerichte vreugde. De nadruk wat betreft spirituele ontwikkeling ligt in onze maatschappij erg op de verstilling, denk aan een trend als mindfulness. Hard nodig in een wereld met zoveel drukte en chaos! Maar laten we de vreugde en de expressie toch vooral niet vergeten. We hebben hier op aarde zowel de stilte als de beweging nodig. Zowel licht als duister, man en vrouw.”

Moeder

Ondanks haar overduidelijk vrouwelijke voorkomen, heeft Femke zich in haar kindertijd weleens ongemakkelijk gevoeld over haar vrouw-zijn. Vanwege haar herinneringen aan de Bron, voelde zij zich eerder geslachtsloos. “Als een boom of plant”, zo zegt ze zelf. Maar met haar opbloeien, is de ontdekking gekomen dat ze best goed is in het ‘vrouw-zijn’. Ongetwijfeld is haar zoontje daar mede debet aan. Femke: “Dienstbaarheid, zorgzaamheid, opoffering, zijn zaken die ik kende vanuit mijn spirituele pad maar ik kon ze ook kwijt in mijn moederschap. De komst van mijn zoon ‘dwong’ me bovendien de aardse kant van het leven, eerder zo onbekend en vreemd voor mij, met beide handen aan te pakken. En wat bleek? Zonder saboterende componenten bleek ik er best goed in! Mijn extreme loyaliteit richting het gezin waarin ik opgroeide, deed me in het verleden telkens weer de das om. De beknelling daarvan, dat zal me nu niet meer gebeuren. Ik geloof in liefdevolle vrijheid en gelijkwaardigheid, vooral ook in de opvoeding. De verantwoordelijkheden van het alleenstaande moederschap zorgen ervoor dat ik me telkens opnieuw mag afstemmen op wat de juiste weg is voor ons, een heel vreugdevol en vervullend proces. Mijn zoon is mijn leraar hierin. Ik ervaar heel veel plezier in het samen fröbelen en gezellig pannenkoeken bakken op zondagochtend. Dat had ik voorheen niet van mezelf verwacht, ik zag me eerder als een wereldvreemde asceet op een berg in de Pyreneeën belanden.”

Van een prinses op haar ver verwijderde ster, naar een kleine hobbit thuis op de bank. Het kan verkeren! Tovenaar Gandalf zegt het in één van die Tolkien-boeken heel mooi: ‘Het zijn de kleine mensen die de wereld redden. Want zij doen de normale dingen.’ Femke: “Nou, het onmogelijke heb ik al gedaan. Nu ga ik, bewust van en in toegewijde afstemming op het grote mysterie, het normale doen.”

Terug

 

 

botMessage_toctoc_comments_9210